De brief van Paulus aan de Kolossenzen
Auteur — Paulus
Tijd — 60 - 62 na Chr.
Samenvatting — Deze brief stamt uit dezelfde tijd als die aan Filippi. Paulus heeft via zijn ‘netwerk’ informatie ontvangen over de gemeente te Kolosse, waar hij zich zorgen over maakt. Zij dreigen te vallen voor de aandrang van Joodse predikers, die hen leren dat zij zich aan de bepalingen van de wet moeten houden. Hij duidt die aan als drogredenen (Kolossenzen 2:4) en ‘grondbeginselen van de wereld’ (2:9 en 20, HSV). Dat stadium zouden ze nu moeten zijn gepasseerd. Maar hij spreekt ook over wijsbegeerte (2:8), alsof er ook elementen van Grieks denken beginnen in te sluipen. In plaats daarvan spoort hij hen aan te zoeken naar dat wat van boven is, juist niet dat wat aards is (3:1-2, 5-7). Deze brief is naar Kolosse gebracht door Tychikus en Onesimus. Zij hebben ook een persoonlijke brief bij zich voor Filemon.
Indeling van de brief
- Aanhef en Paulus’ voorbede voor hen — hoofdstuk 1: 1 - 14
- De positie van Christus in de schepping — hoofdstuk 1:15 – 23
- Paulus’ strijd voor hen – hoofdstuk 1:24 – 2:3
- Waarschuwing tegen dwaalleer, zowel van Joodse als van Griekse oorsprong – hoofdstuk 2:4 – eind
- De ware leer – hoofdstuk 3:1-17
- Gedragsregels – hoofdstuk 3:18 – 4:6
- Nieuws en groeten – hoofdstuk 4:7 - eind
Voor meer artikelen over Bijbelse onderwerpen met wisselende diepgang en een verscheidenheid aan schrijvers zie ons maandblad De roeping van boven