Broeders in Christus

Lucas 9:23 - Wie achter Mij aan wil komen moet dagelijks zijn kruis op zich nemen

De Bijbel geeft ons vier evangeliën, want elke evangelist wil ons iets aparts leren. Zijn verhaal moet dat duidelijk maken, en hij heeft daarvoor een keus gemaakt uit het vele voorhanden materiaal. Wat aan zijn boodschap geen bijdrage levert, laat hij weg; wat dat wel doet neemt hij op of benadrukt hij. Matteüs schrijft zijn evangelie om Jezus’ koningschap te benadrukken. Daarom begint hij het met de machtsstrijd tussen Herodes en de nieuwgeboren koning. Lucas benadrukt de eisen van discipelschap, en zijn selectie is dus bedoeld om juist dat te illustreren. Daarom vinden we bij Lucas gebeurtenissen of uitspraken soms wat anders weergegeven dan bij Matteüs, of bij Marcus.

Discipelschap

Lucas begint zijn verhaal met allerlei gebeurtenissen rond Jezus’ geboorte en kinderjaren. Toch gaat het hem niet om de jonge Jezus, maar om een aantal profetische uitspraken, door anderen of door engelen over Hem gedaan. Die uitspraken benadrukken dat Hij niet alleen de lang verwachte koning uit het huis van David zou zijn, maar ook de (lijdende) Knecht uit de profetieën van Jesaja. Maar als Lucas’ boodschap gaat over discipelschap, dan moeten we wel aannemen dat Lucas ons daarmee wil vertellen dat ook wij eerst zulke ‘knechten’ moeten zijn, loyale dienaren, voordat we met Hem koning kunnen zijn. En daarin moeten we ons spiegelen aan onze Heer: loyaal, zonder klagen, lijdzaam zelfs, indien nodig. En zo vinden we juist bij Lucas deze uitspraak van Jezus: “wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan” (Lucas 17:10). Dit vinden we bij geen van de andere evangelisten; het is uniek voor Lucas.

Je kruis opnemen

Wat we wel ook elders vinden, is: “Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen” (Marcus 8:34, Matteüs 16:24). Maar Lucas voegt daar nog iets aan toe: “… die moet dagelijks zijn kruis opnemen …” (Lucas 9:23). En ‘je kruis opnemen’ betekende in die tijd maar één ding: op weg gaan naar de plaats van je executie. Jezus zegt hier dat wij, net als Hijzelf, bereid moeten zijn ons leven te geven: “Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden” (Lucas 9:24). Lucas illustreert dat dienaarschap verder met het verhaal van Simon van Cyrene, die door de Romeinen werd gedwongen Jezus’ kruis te dragen toen Jezus daar zelf niet langer meer toe in staat was. Ook dat is een les: Jezus heeft veel voor ons gedaan; Hij is zelfs voor ons gestorven. Maar er komt een punt waar ook wij onze bijdrage moeten leveren. Alleen zo kunnen wij tonen dat wij er van onze kant alles voor over hebben om Hem te volgen. Ook Marcus en Matteüs vermelden dat, maar pas aan het eind van de alinea over Jezus’ gang naar Golgotha. Bij hen komt het pas wanneer Jezus zelf inderdaad niet meer verder kan. Maar bij Lucas staat het voorop: voor hem is dat blijkbaar het belangrijkste feit van de kruisgang.

Medegekruisigd

Maar Lucas vermeldt nog iets met een kruis dat we nergens anders vinden: de belijdenis van die man aan het kruis naast Hem. Die man:

  • belijdt zijn eigen schuld
  • spreekt duidelijk uit dat hijzelf inderdaad alleen maar de dood verdient
  • belijdt dat Jezus zonder schuld is, en daar ten onrechte sterft
  • belijdt zijn geloof dat Jezus nog steeds de komende Koning is
  • belijdt zijn rotsvaste geloof dat Jezus deze kruisdood zal overleven, maar ook dat hijzelf ooit aan de poort van dat Koninkrijk zal staan (dus zijn geloof in een opstanding, zowel van Jezus als van hemzelf!)
  • erkent dat Jezus beslist over al of niet toelaten in dat Koninkrijk (dus dat God het ‘gehele oordeel’ aan Hem heeft gegeven, Johannes 5:22)

Daarmee is deze man bij uitstek het voorbeeld van de ware discipel, schuldbewust en ‘medegekruisigd’ met zijn Heer (Romeinen 6:6).

De ware discipel moet bereid zijn om zijn leven te geven. Maar dat betekent niet noodzakelijk: sterven. ‘Je leven geven’ kan ook betekenen: elke dag van je leven in Zijn dienst stellen. Wie voor het geloof sterft, hoeft maar één keer de moed op te brengen dat te doen. Wie zijn hele leven in dienst wil stellen, moet elke dag opnieuw die beslissing nemen, en hem ook nog getrouw uitvoeren. We kunnen niet anders aannemen dan dat dit is wat Lucas bedoelt met: “die moet dagelijks zijn kruis op zich nemen en Mij volgen”.

 

Dit artikel is voor het eerst verschenen in ons blad Met open Bijbel.