Start > Taal > Bijbelse woorden > Exaleipho - Uitwissen
Bijbelse woorden: Exaleipho - Uitwissen
Definitie:
In de Griekse vertaling van het OT is exaleipho de gebruikelijke vertaling van het Hebreeuwse machah. De grondbetekenis is ‘bepleisteren’. Vervolgens betekent het ‘uitwissen’ of ‘afwissen’, en tenslotte ‘vernietigen’. Het ermee overeenkomende zelfstandig naamwoord exaleipsis wordt enkele malen, in combinatie met een ander woord voor vernietigen, gebruikt voor: ‘compleet uitroeien’ (lett.: tot uitwissing toe vernietigen). In het NT wordt het gebruikt voor het uitwissen van geschreven tekst, en in het boek Openbaring voor het afwissen van tranen.
Achtergrond:
In de Griekse vertaling van het (Hebreeuwse) Oude Testament, de zgn. Septuaginta-vertaling, vinden we het woord exaleipho hoofdzakelijk als vertaling van het Hebreeuwse machah, dat ‘vernietigen’ betekent. De grondbetekenis van exaleipho is echter: bepleisteren. We vinden het in de Septuaginta in die betekenis in Lev.14 (waar het het Hebr. tuach weergeeft). Maar met bepleisteren onttrek je alles wat daaronder zit aan het oog. Op sommige plaatsen vinden we het Hebreeuwse tuach daarom als beeld voor aan het oog onttrekken van zaken die eigenlijk niet deugen, maar de Sept. vertaalt dat niet met het woord exaleipho. Het gebruik van exaleipho gaat integendeel juist de andere kant uit: het gaat ‘afwissen’ of ‘uitwissen’ betekenen. Ook door afwissen ontrek je dingen aan het oog: niet door ze te bedekken, maar juist door ze te verwijderen. We vinden die betekenis in Deut. 25: 5-6: “Wanneer twee broers bij elkaar wonen en één van hen sterft zonder dat hij een zoon heeft, dan mag zijn weduwe niet de vrouw worden van iemand buiten de familie. Haar zwager … moet haar tot vrouw nemen … De eerste zoon die zij baart, geldt dan als zoon van zijn gestorven broer, opdat diens naam onder het volk van Israël zal voortleven” (NBG’51: opdat diens naam uit Israël niet uitgewist worde). En die betekenis gaat vervolgens weer over in ‘vernietigen’ of ‘verdelgen’. Zoals waar God tot Mozes zegt: “Overtuig Jozua ervan dat ik zal zorgen dat niets op aarde nog aan het volk van Amalek herinnert.” (NBG’51: … dat Ik de herinnering aan Amalek onder de hemel volledig zal uitwissen). Dit gaat over totale uitroeiing. In het verhaal over de zondvloed wordt het woord gebruikt voor het vernietigen van alles door die vloed. In het Hebr. zijn er ook andere woorden voor ‘vernietigen’, maar machah is toch het sterkste, en exaleipho is het sterkste Griekse woord dat de vertalers van de Septuaginta konden bedenken: ook dat duidt op totale uitroeiing.
In het NT vinden we het woord maar 5 keer gebruikt. In Hand. 3:19 zegt Petrus in zijn toespraak tot de menigte in de tempel: “Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden”. De NBV vertaalt “… om vergeving te krijgen voor uw zonden”. Maar dat is een veel te zwakke uitdrukking: het gaat om radicale vernietiging. In Openb. 3:5 zegt Jezus in zijn boodschap tot de gemeente te Sardes: “Wie overwint … Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen [NBG’51: ‘uitwissen’], maar juist voor hem getuigen ten overstaan van mijn Vader en zijn engelen”. Dit lijkt een echo te zijn van Mozes’ pleidooi voor het volk, na hun zonde met het gouden kalf: “Schenk hun (toch) vergeving voor die zonde. Wilt u dat niet, schrap mij dan maar uit het boek dat u geschreven hebt.” (NBG’51: delg mij dan uit het boek). En Gods antwoord daarop: “Alleen wie tegen mij gezondigd heeft, schrap ik uit mijn boek.” (Ex. 32:32-33). Elders in Openbaring vinden we dan nog de vervulling van Gods belofte in Jes. 25:8: “Voor altijd doet hij de dood teniet. God, de HEER, wist de tranen van elk gezicht, de smaad van zijn volk neemt hij van de aarde weg – de HEER heeft gesproken.” In Openb. 21:3-4 lezen we: “God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij” (zie ook 7:17). Dit gaat dus om een radicaal afwissen, omdat er geen enkele reden meer is tot verdriet. En tenslotte is er dan nog de passage in Kol. 2:14.
Exaleipho in de concordantie:
Het woord exaleipho komt in de Griekse vertaling van het OT bijna 40 maal voor. In het NT vinden we het maar 5 maal, waarbij de laatste 2 (in het boek Openbaring) identiek zijn (een aanhaling uit Jes 25:8). In de NBG’51 is het 1 maal vertaald met ‘uitdelgen’, 2 maal met ‘uitwissen’, en in de aanhaling uit Jesaja met ‘afwissen’. De NBV vertaalt het 3 maal met ‘uitwissen’ of ‘uit (hun ogen) wissen’ en 1 maal met ‘schrappen’. De andere keer wordt het niet echt vertaald, maar alleen omschreven.
Exaleipho in de brieven van Paulus aan de Kolossenzen:
In Kol 2:13-14 vertelt Paulus zijn lezers: “U was dood door uw zonden en door uw onbesneden staat, maar God heeft u samen met Christus levend gemaakt toen hij ons al onze zonden kwijtschold. Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen”. De NBG’51 heeft voor dat ‘document’ het woord ‘bewijsstuk’. Het Grieks spreekt van een cheirographon, iets dat ‘eigenhandig is geschreven’. In de Griekse wereld was dat de financieel-technische term voor een schuldbekentenis. Het beeld dat Paulus gebruikt, is dat er een schuldbekentenis bestond die tegen ons getuigde. Maar God heeft de tekst van die schuldbekentenis ‘uitgewist’, zodat die niet meer te lezen is. Daarmee is het wettig bewijs tegen ons in feite dus vernietigd. Het is niet alleen maar zo dat God zo welwillend is dat bewijs niet in aanmerking te nemen; nee, het bestaat niet meer.
Dat krijgt des te meer perspectief wanneer wij bedenken dat er in het Grieks een meer gebruikelijk woord bestaat voor het ‘schrappen’ van een openstaande rekening. Dat is chiazo, dat is afgeleid van de Griekse letter ‘chi’ die de vorm heeft van een grote X. Chiazo betekent dat de schuldeiser een groot kruis zet door de tekst van de openstaande rekening, en daarmee aangeeft: schuld voldaan. Maar het is nog steeds leesbaar dat die schuld er is geweest. Door te spreken van ‘uitwissen’ geeft Paulus aan dat de tekst volledig is gewist zodat niemand nog kan weten dat die schuld er ooit is geweest. De herinnering daaraan is radicaal uitgewist.