Start > Studies > Begrijpend zingen > Psalm 103 - Loof de HERE, mijn ziel
Psalm 103 - Loof de HERE, mijn ziel
De psalmen van David weerspiegelen de ervaringen van deze gelovige man. Zo zijn er psalmen die het werk zijn van de jonge schaapherder; andere verschaffen ons een blik in de moeilijke jaren toen hij vluchteling was; dan zijn er nog psalmen geschreven in de bloeitijd van zijn koninkrijk; en tenslotte de overpeinzingen van David in zijn ouderdom. Zo’n psalm is Psalm 103. Hier spreekt iemand die volkomen op de Here heeft leren vertrouwen, en die met blijdschap en in nederigheid God dankt voor alles wat hem is overkomen. De psalm begint met zijn eigen lof – “Loof de Here, mijn ziel” – en eindigt met een oproep tot de hele schepping om God te verheerlijken: “Looft de Here, gij zijn engelen … al zijn heerscharen … al zijn werken”.
Deze psalm zou heel goed kunnen passen bij de tijd, toen David alle oversten van Israël voor de laatste keer samenriep, om het koninkrijk over te dragen aan zijn zoon Salomo. Daarbij sprak David ook nog een ontroerend gebed uit: “Geprezen zijt Gij, Here, God van onze vader Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Van U, o Here, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit …” (1 Kronieken 29:10,11). Vervolgens beleed David zijn menselijke zwakheid: “Wie toch ben ik? … Voorwaar, wij zijn vreemdelingen en bijwoners voor uw aangezicht … als een schaduw zijn onze dagen op aarde” (verzen 14,15). En juist deze gedachten zijn terug te vinden in Psalm 103: “Barmhartig en genadig is de Here … Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden … Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn. De sterveling – zijn dagen zijn als het gras, als een bloem des velds, zo bloeit hij … Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheid tot eeuwigheid … en zijn gerechtigheid over kindskinderen” (verzen 8-17). David riep tenslotte de gehele gemeente op, om met hem God te loven: “Prijst nu de Here, uw God. Toen prees de gehele gemeente de Here, de God hunner vaderen” (1 Kronieken 29:20). Zongen zij soms Psalm 103?
Wij kunnen van David leren: het gaat in dit leven niet om roem of rijkdom; veel belangrijker zijn de goddelijke eigenschappen die in Psalm 103 genoemd worden: genade, goedertierenheid, barmhartigheid, ontferming – de karaktertrekken die ook Jezus steeds heeft laten blijken.