Start > Bijbel > Inhoud van de Bijbel > Deuteronomium
Het Bijbelboek Deuteronomium - tweede wet
Auteur — Mozes
Globale tijd — ca. 1.230 v.Chr.
Samenvatting — Dit boek is het laatste van de Pentateuch (de vijf boeken van Mozes). De Griekse naam betekent “tweede wet”. Dit is afgeleid van een uitdrukking in de Griekse vertaling van dit boek:
Als de koning eenmaal over zijn rijk heerst moet hij een afschrift van dit wetboek laten maken, naar de tekst die bij de Levitische priesters berust. (Deuteronomium 17:18)
In het Grieks staat als "afschrift van de wet" letterlijk 'deuteronomion touto' dat dit tweede wet betekent.
Het bevat een herhaling van de wet in Leviticus, maar nu toegespitst op het wonen in het beloofde land. Deze herhaling werd gegeven in de velden van Moab, vlak voordat het volk Israël onder Jozua het beloofde land Kanaän binnentrok. Dit was de laatste toespraak van Mozes – kort voor zijn dood – tot het gehele volk. Er waren toen, buiten Mozes zelf, nog maar twee mannen over van de generatie die uitgetrokken was uit Egypte. Daarom was deze herhaling van de wet uiterst belangrijk voor het welzijn van de nieuwe generatie in een nieuwe situatie.
De eerste toespraak: Terugblik van Mozes — Israëls ongeloof en Gods zorg voor hen — hoofdstuk 1 - 4: 43
- Hun falen te Kades-Barnea — hoofdstuk 1
- Achtendertig jaar omzwerving — hoofdstuk 2 - 3
- Lessen uit het verleden ingeprent bij de nieuwe generatie — hoofdstuk 4: 1- 40
- Aanwijzen van de vrijsteden — hoofdstuk 4: 41-43
De tweede toespraak: Overzicht — Wat de huidige generatie in acht moet nemen — hoofdstuk 4: 44 - 26: eind
- Overzicht van Gods verbond — hoofdstuk 4: 44 - 5: eind
- De eisen van het verbond — hoofdstuk 6 - 26
De derde toespraak: Waarschuwing — De zware verantwoordelijkheid van het volk — hoofdstuk 27 - 28
- Een herdenkingsplechtigheid in het land — hoofdstuk 27
- De zegeningen van de wet — hoofdstuk 28: 1-14
- De vervloekingen van de wet — hoofdstuk 28: 15-eind
De vierde toespraak: Verbond — De voorwaarden voor Israël om het land blijvend te bezitten — hoofdstuk 29 - 30
- Met wie het verbond gesloten was — hoofdstuk 29: 1-15
- De straf die volgt op overtreding van het verbond — hoofdstuk 29: 16-eind
- Gods barmhartigheid ondanks falen—hoofdstuk 30
De vijfde toespraak: Advies — Mozes’ laatste raadgeving — hoofdstuk 31:1-23
De zesde toespraak: Onderricht — De geschreven wet bewaard als getuigenis — hoofdstuk 31: 24-29
De zevende toespraak: Het lied van Mozes — Een lied van getuigenis tegen Israël — hoofdstuk 31: 30 -32: eind
- Opnieuw Gods goedheid, en de dwaasheid van de mens — hoofdstuk 31: 30 – 32: 43
- Vervolg op het lied — hoofdstuk 32: 44-eind (vgl. Exodus 15)
De achtste toespraak: Zegen van Mozes — Toekomstige heerlijkheid van de twaalf stammen — hoofdstuk 33
- Inleiding — hoofdstuk 33: 1-5
- De zegeningen — hoofdstuk 33: 6-25
- De bron en samenvatting van de zegeningen — hoofdstuk 33: 26-eind
Het negende deel: Een “grafschrift” — Mozes’ dood — God begraaft Zijn dienaar — hoofdstuk 34: 1-12