Broeders in Christus

Ontmoeting met Abigaïl

Abigaïl (vreugde van vader) was een verstandige en Godvrezende vrouw. Haar man, die Nabal (dwaas) werd genoemd, was een ruwe, gewetenloze man, waarmee niet te praten was. Hij had David, die met zijn mannen zijn kudden lange tijd had beschermd, diep beledigd. Toen David op het schaapscheerderfeest een deel van het feestmaal voor zijn mannen verwachtte, hoonde Nabal : Wie is David, er lopen zoveel slaven weg. David was daarom van plan wraak te nemen. Een van de knechten van Nabal vertelde Abigaïl echter van de lompheid van haar man. En dan zien we het karakter van Abigaïl. Ze raakte niet in paniek, maar handelde direct, om David te behoeden voor een dwaasheid en haar man te redden van de dood. Ze stuurde knechten met voedsel naar David, en volgde wat later zelf. In een bergkloof ontmoette ze David met zijn mannen, omgord met het zwaard, op weg om groot onheil over haar huis te brengen. Daar stond zij, een vrouw, alleen, maar vertrouwend op God. Zij sprong van haar ezel en knielde voor David neer. Haar spreken getuigt van nederigheid en openheid, moed en inzicht: “Mij treft alle schuld, mijn heer. Schenk alstublieft geen aandacht aan die domme praatjesmaker van een Nabal. Had ik uw boden maar te woord kunnen staan”. Zij voelde zich geheel verantwoordelijk, want de leiding van het huis lag bij haar, maar gaf God de eer: “De HEER heeft u weerhouden om het recht in eigen hand te nemen en bloedschuld op u te laden”. Zij vervolgde: “Ik weet zeker dat de HEER uw huis zal laten voortbestaan … wanneer de HEER al zijn goede beloften aan u inlost en u aanstelt tot vorst over Israël …”. Hier zien we haar diepe inzicht en vertrouwen op Gods plan. David was diep onder de indruk van haar woorden en haar moed: “Ik dank de HEER dat hij u vandaag op mijn weg heeft gestuurd. En u dank ik voor uw verstandig optreden”. Abigaïl vertrouwde geheel op de HEER. Zij riskeerde haar leven voor Zijn zaak en die van David, zijn gezalfde. Zo werd zij een groot voorbeeld voor allen die de Heer willen dienen.