De brief van Jakobus
Auteur — Jakobus
Tijd — 43 - 50 na Chr.
Samenvatting — De brief van Jakobus gaat vooral over de praktijk van het leven in Christus. Hij is gericht aan ‘de twaalf stammen in de verstrooiing’, dus aan de Joden buiten Juda en Galilea. Maar zijn voorbeeld van de boer die wacht op de ‘regens van het najaar en voorjaar’ (NBG’51: de vroege en late regen) is duidelijk ontleend aan de situatie langs de oostkust van de Middellandse Zee. Sommigen denken daarom dat de geadresseerden vooral de Joden in Syrië zullen zijn geweest. Maar waar Paulus veel moest strijden tegen de neiging terug te keren naar de letterlijke bepalingen van de wet, benadrukt Jakobus het belang van de principes achter die bepalingen. Ja, het is waar dat de letterlijke bepalingen daarvan niet langer bindend zijn, maar dat wil niet zeggen dat de principes daarachter zouden zijn vervallen. Geloof alleen is niet voldoende, geloof moet blijken uit je daden. Velen zien daarom een tegenstelling tussen Paulus en Jakobus. Maar beiden hebben het wel degelijk over hetzelfde, alleen bestrijdt de een afwijking naar de ene kant en de ander een afwijking naar de andere kant. Verder geeft Jakobus een reeks van praktijkvoorbeelden om zijn betoog te illustreren.
Indeling van de brief
Aanhef en de basis van het leven in Christus — hoofdstuk 1 - 2
- Aanhef — hoofdstuk 1:1
- Verzoekingen als instrument van God om het geloof op te bouwen — hoofdstuk 1:2 – 18
- Niet alleen horen, maar ook doen — hoofdstuk 1:19 – eind
- In de gemeente zijn allen gelijk — hoofdstuk 2:1 – 13
- Geloof moet blijken — hoofdstuk 2:14 – eind
De praktijk van het leven in Christus — hoofdstuk 3 - 5
- Leraar zijn brengt verantwoordelijkheid, woorden kunnen veel kwaad aanrichten — hoofdstuk 3:1 – 12
- Wijsheid en streven: aards of hemels — hoofdstuk 3:13 – 4:10
- Leefregels en groet —hoofdstuk 4:11 – 5:eind