De profetie van Amos
Auteur — Amos
Tijd — ca. 750 v.Chr.
Samenvatting —Amos profeteert tijdens een periode van voorspoed in Israël. Jerobeam II was koning over het noordelijke rijk dat zich in die periode in politieke en materiële zin kon meten met het rijk en het tijdperk van Salomo en David. Amos, zelf afkomstig uit Juda en van beroep veehouder, werd door God geroepen om een oordeel uit te spreken over dat noordelijke rijk. Hij moest haar luxe leven, afgoderij en morele verdorvenheid aan de kaak stellen. Amos spoort het volk aan om zich te bekeren voordat Gods oordelen hen treffen. „Zoek God en leef” was het dringende raad van Amos aan de natie. Hij voorzegt ook de verstrooiing van de Israëlieten, maar wijst vooruit naar een dag wanneer God hen weer bijeen zal brengen in het land van hun voorvaderen.
Israël niet beter dan de rest — hoofdstuk 1: 1 - 2: 16
- Opschrift en thema—hoofdstuk 1: 1 – 2
- Aanklacht tegen Israëls naburen—hoofdstuk 1: 3 - 2: 3
- Aanklacht tegen het broedervolk Juda—hoofdstuk 2: 4 – 5
- Aanklacht tegen Israël zelf —hoofdstuk 2: 6 - 16
Drie redevoeringen tegen Israël — hoofdstuk 3 - 6
- Aankondiging van het oordeel— hoofdstuk 3
- Israëls verdorvenheid— hoofdstuk 4
- Klaaglied over Israëls zonde en ondergang— hoofdstuk 5 - 6
Vijf visioenen over de toestand in Israël — hoofdstuk 7 - 9
- De eerste drie visioenen—hoofdstuk 7: 1 – 9
- Amos weggestuurd—hoofdstuk 7: 10 – eind
- Het vierde visioen—hoofdstuk 8:1-3
- Aanklacht en aankondiging van het oordeel —hoofdstuk 8:4-eind
- Het vijfde visioen —hoofdstuk 9:1-6
De belofte van Israëls herstel — hoofdstuk 9: 7 - 15