Ontmoeting met Rachab
In Jozua 2 ontmoeten we Rachab (de onstuimige). Zij woont in een huis op de muur van Jericho, en wordt door allen afgewezen en veracht. Haar huis dient als herberg en zij biedt reizigers onderdak. Maar tot afschuw van haar stadgenoten ook haar lichaam. Het volk Israël staat nu op het punt het land Kanaan in bezit te nemen. Jozua moet van God bij Jericho beginnen en stuurt daarom twee verkenners naar Jericho. Zij zoeken een slaapplaats en komen bij Rachab in de herberg. De inwoners van de stad zien al snel dat dit geen gewone reizigers zijn. Het zijn spionnen, de stad is in gevaar. “Lever deze mannen uit” is het bevel van de koning. Rachab ziet en erkent dat deze mannen dienaars van de God van Israël zijn. Met gevaar voor haar leven verbergt ze de mannen en misleidt de dienaars. Zij kiest bewust voor de God van Israël, en neemt die dag afstand van haar leven. Zij zegt: ‘Ik weet dat de Heer u het land gegeven heeft, wanneer u terugkomt, spaar mij en mijn familie’. Ze krijgt de opdracht een rood koord uit het raam te hangen. De belofte van de Heer is, dat allen in haar huis gespaard zullen worden, en in geloof doet zij dit. Vanaf dat moment leeft zij onder de Israëlieten. De God van Israël is nu ook haar God. Zij kreeg een zeer bijzondere plaats onder het volk. In Matteüs 1:5, in het geslachtsregister van de Here Jezus, zien we haar weer terug: “Salmon verwekte Boaz (grootvader van David) bij Rachab. Zij, de verachte vrouw, mocht een voorouder van de Here Jezus zijn. In Hebreeën 11:31 zien we haar naam onder de geloofshelden: “Door haar geloof ontving de hoer Rachab de verkenners gastvrij in haar huis en is ze niet met de ongehoorzame bewoners van haar stad omgekomen”. Jakobus prijst haar goede werken in Jakobus 2:25 van zijn brief. In Rachab zien wij een diepgelovige vrouw, die totaal afstand nam van haar oude leven. Een groot voorbeeld voor allen die de Heer willen volgen in hun leven.