De Jordaan
De Jordaan is in vele opzichten een opvallende rivier. Ondanks de grote hoeveelheden water, die uit drie bronnen, gelegen op de zuidflank van het met sneeuw bedekte Hermon gebergte (2814 m) en vooral in de regenperiode uit een aantal zijrivieren, zoals de Jarmoek, overvloedig toevloeien, is hij over de volle lengte van ongeveer 260 km, geheel onbruikbaar voor de scheepvaart. De mooiste en meest bekende bron is de Nahr Banijas bron, 329 m boven zeeniveau, in de streek van Caesarea Philippi, bekend door de belijdenis van Petrus: “Toen Jezus in de omgeving van Caesarea Filippi gekomen was, vroeg Hij zijn discipelen en zei: Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is? En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; anderen: Elia; weer anderen: Jeremia, of een van de profeten. Hij zeide tot hen: Maar u, wie zegt u, dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God! (Mattëus 16:13-16)
Nog merkwaardiger is de grote, langgerekte, diepe inzakking van de aardkorst van noord naar zuid, waarin de Jordaan zich een bedding in de mergellaag heeft uitgeschuurd: de diepste depressie op de gehele aarde. De Arabieren noemen deze rivier “El Chor” dat is de spleet. Na het Hoeledal stort de Jordaan, versperd door basaltrotsen, zich over een afstand van 16 km maar liefs 206 m naar beneden en mondt bij Bethsaida Julias in het meer van Gennesareth. Na de uitmonding meandert de Jordaan verder tot aan de Dode Zee (met minus 392m het diepste punt op aarde). Tegenwoordig is de Jordaan van groot belang voor de land- en tuinbouw.
Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament neemt de Jordaan een belangrijke plaats in, in de geschiedenis van Israël. Hun doortocht vanuit de woestijn naar het Beloofde land kan, evenals die door de Schelfzee, beschouwd worden als een doop (zie 1 Korintiërs 10:1-2). De Jordaan is als het ware de grens van het oude naar het nieuwe. In dat licht kan ook het werk van Johannes de Doper, die op zijn oevers predikte en doopte, gezien worden. Ook Jezus liet Zich daar door Hem dopen. Beiden verkondigden het nieuwe: het Koninkrijk van God.