Broeders in Christus

De duif

duif

Onmiddelijk na zijn doop zag Jezus de Geest van God op Zich neerdalen in de vorm van een duif. Waarom? Jezus kwam “om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen” (Matteüs 20:28). De Geest werd Hem gegeven om dat te kunnen. En als symbool van een dienaar was de duif zeer toepasselijk. Van oudsher zijn duiven gebruikt om mensen te dienen. Zij kunnen instinctief de weg naar hun ouders terugvinden. Noach maakte van deze eigenschap gebruik toen hij wilde weten hoe ver het water van de zondvloed was gezakt (Genesis 8:8-11). De boodschap was bevredigend en zowel de duif als het olijfblad dat zij bracht zijn sindsdien symbolen van vrede geworden.

Toch eist de ware vrede - die tussen God en de mens - verzoening en daarom offers. Voordat God zijn verbond met Noach aanging, bracht Noach offers van reine dieren en vogels (Genesis 8:20-22). Hoe wist hij het onderscheid tussen rein en onrein? De wet van Mozes kwam vele jaren later. Wij concluderen dat de bepalingen in Leviticus 11 al eerder bekend waren en nemen daarom aan dat Noach duiven als brandoffer bracht. Dat was tenslotte de enige vogelsoort die als brandoffer en zondoffer onder de wet voorgeschreven was (Leviticus 1:14; 5:7, enz.).

Jozef en Maria waren verplicht Jezus als eerstgeborene naar de tempel in Jeruzalem te brengen, om Hem de Here voor te stellen (Leviticus 12:6-8). Het feit dat zij twee tortelduiven als offer brachten getuigt van hun relatieve armoede (Lucas 2:22-24).

Van de duiven mogen wij ook iets leren over het huwelijk. We zeggen van een verliefd stel wel eens dat het net tortelduifjes zijn. Misschien heeft u wel eens een duivenpaar teder en lief bij elkaar zien zitten. Drie of vier keer per jaar komen zij tot broeden en blijven elkaar jaar op jaar trouw. Teder en trouw, zo hoort het te zijn tussen man en vrouw in een huwelijk, en vooral in geestelijke zin. Het is geen toeval dat de bruid in het boek Hooglied telkens door haar geliefde als een duif beschreven wordt (b.v. 2:14; 5:2; 6:9), want Hooglied beeldt de relatie tussen Christus en zijn bruid uit. De onderlinge houding van broeders en zusters in het geloof wordt bepaald door hun bijzondere relatie met Hem.